Wat is Kirtan?
We gaan in dit artikel naar een paar aspecten kijken die ‘instrumenteel’ zijn in de beoefening van kirtan, lofzang. We zullen een aantal ogenschijnlijk externe, maar belangrijke punten aankaarten en uiteindelijk ook de meest interne.
Het Belang van Melodie en Ritme
In Bhakti Rasāyan legt Srila Bhaktivedānta Nārāyana Gosvāmi Mahārāja (Śrīlā Gurudeva) met een lilā van Nārada muni één aspect uit. Op een dag, vóórdat hij had leren zingen, ging Nārada Muni naar de hemelse planeten en begon te zingen. De woorden van zijn kirtan waren goed, maar hij zong vals en de melodie klopte helemaal niet. Aanwezig daar in de hemel is de devatā (een door God bevoegde autoriteit) van de melodie, genaamd Sura. Toen hij Nārada vals hoorde zingen, raakte hij fysiek vervormd. Iedereen daar die Nārada hoorde zingen, voelde pijn in het hart. Daarop benaderde iemand hem en legde hem uit dat door zijn zang Sura en alle zangers daar lelijk en vervormd zijn geraakt. ‘Om ze te redden moet je daarom meteen naar Brahmhā om de kunst van het zingen te leren.’ Nārada ging naar Brahmhā en Brahmhā stuurde hem door naar Sarasvati en van haar leerde hij de juiste melodieën. Hij kwam terug naar de hemelse planeten en zong op de juiste manier waardoor de lichamen van alle bewoners daar herstelden naar hun oorspronkelijk vorm. Hierna werd Nārada Muni wereldwijd bekend als de grootste prediker van prachtige devotionele liederen.
Śrīlā Gurudeva legde na deze lilā verder uit: “Als in kirtan de juiste melodie niet op het juiste moment wordt gezongen, dan zal het ongunstig zijn. ‘s Morgens zingen we een specifieke melodie en ‘s avonds zingen we weer een andere. Als we niet de juiste melodie zingen volgens de tijd van de dag, dan zal Sura (de devatā van melodie) er onder lijden. Degenen onder ons hier die het moeten aanhoren, zullen ook pijn voelen.”
Het kan zijn dat iemand bovenstaande redenen te extern vindt. Het gaat immers om ons hart toch? En niet om de externe vertoning van deze liefde? Śrīlā Gurudeva legt met een andere lilā uit waarom dit tóch zo belangrijk is. Toen Sri Caitanya Mahāprabhu in Jagannáth Puri verbleef, wilden verschillende toegewijden een offering maken aan Hem door hun zelf geschreven kirtan’s te presenteren. Maar niemand kon zingen voor Srimān Mahāprabhu als het niet eerst was goedgekeurd door Sri Svarup Dāmodar Gosvāmi. Waarom? Als er iets niet klopte in de kirtan, dan zou dit pijn brengen aan het hart van Sri Caitanya Mahāprabhu. Om dit te voorkomen moest het eerst langs Sri Svarup Dāmodar Gosvāmi. Als wij kirtan willen doen voor Sri Caitanya Mahāprabhu, willen wij ook geen pijn aan Zijn hart toebrengen. Daarom proberen we de melodieën en ritmes te volgen die aan ons zijn gegeven door Srila Narottam Dās Thākura en de volgelingen in zijn lijn. De instrumenten die gebruikt worden voor het plezier van Sri Caitanya Mahāprabhu zijn ook specifiek beschreven in de kirtan’s van onze ācārya’s. De Djembe valt daar niet onder.